En weg is ie…..

door | 15 jun, 2017

Het voorjaar biedt niet alleen een groot aanbod aan markten in Frankrijk, ook in Nederland kan men er tegenwoordig wat van. Hier, op het Gelderse platteland, verschijnt de ene na de andere aankondiging voor een snuffelmarkt, een kofferbak verkoop, een bric à brac, of welke naam ze er ook dan maar aan willen geven.

In een klein dorp in de buurt wordt een rommelmarkt georganiseerd ten gunste van het behoud van het kerkgebouw. Naast een paar tientallen kramen, staat er ook een veilingwagen, met een echte veilingmeester. Ik werp een blik op de wagen en mijn oog wordt direct getrokken naar een houten secretaire. Niet een doorsnee secretaire, maar een charmant, apart meubelstuk. Zo’n ruwe diamant verborgen tussen bergen meuk. Hier kom ik voor.  De veilingwagen staat nog vol (niet interessante) artikelen, dus ik schat in dat ze daar nog wel even zoet mee zijn. Dan heb ik de gelegenheid om samen met mijn dochter de tientallen kraampjes af te lopen, waarbij de  aangeboden spullen niet uitblinken in  schoonheid en aantrekkelijkheid.

Maar mijn dochter weet daartussen altijd wel weer iets interessants te ontdekken. Dit keer ziet ze een mandje met mooie, grote bonken. Die wil ze wel en ze is bereid haar zakgeld hieraan te besteden. Er volgt een stevige onderhandeling en zo is zij 5 prachtige bonken rijker.

Ik stop ze net in mijn tasje, als ik de stem van de veilingmeester door de speaker hoor galmen. Verdorie. De secretaire is aan de beurt. Ik grijp mijn dochter bij de arm, en sleur haar over de markt. ‘Rennen’, roep ik nog. De struinende mensenmassa beleefd opzij duwend, banen we ons een weg terug. We zijn verder van de wagen verwijderd, dan ik had gedacht. Ik hoor de veilingmeester roepen: ‘Eenmaal, andermaal……’. Snel steek ik mijn hand omhoog en roep mijn prijs. ‘Helaas, te laat’, zegt de veilingmeester. En zo gaat deze mogelijke vondst van de maand zomaar aan mijn neus voorbij. Ik baal als een stekker. Mijn dochter ziet mijn teleurgestelde blik. Nu is het aan haar om mij te troosten. ‘Geeft niks, mama. Het is niet het einde van de wereld. En gelukkig hebben we de bonken nog!’.

Het zonnetje priemt door het wolkendek. Dat stemt mij gelijk een stuk vrolijker. We lopen naar de auto. En daar zien we de gelukkige, nieuwe eigenaar van de secretaire. Hij probeert het meubelstuk in zijn oude Ford Fiësta te wrotten, maar zelfs ik zie dat dit niet gaat lukken. Ik zie mijn kans schoon en doe hem een aantrekkelijk bod. ‘Dan neem ik hem van je over, verdien je zelf nog een leuk bedrag en is je vervoersprobleem opgelost’.  Hij trapt er niet in. Het is zeker, deze secretaire is niet voor mij bestemd. ‘Zullen we zo gaan knikkeren, met mijn nieuwe bonken?’, vraagt mij dochter. Tja, er zit niets anders op.